Basiskennis taalonderwijs
    Over les

    Begrijpend lezen is een complex proces waarbij een lezer actief met de tekst aan de slag gaat om informatie te begrijpen en toe te passen. Om teksten effectief te lezen, maken lezers gebruik van verschillende leesstrategieën. Deze strategieën helpen bij het structureren, analyseren en interpreteren van teksten.


    1. Bepalen van het leesdoel

    Voordat iemand begint met lezen, is het belangrijk om te bepalen waarom de tekst wordt gelezen. Het leesdoel bepaalt hoe iemand met de tekst omgaat en welke informatie belangrijk is.

    Mogelijke leesdoelen:

    • Informatie zoeken – Gericht lezen om specifieke feiten of antwoorden te vinden (zoals bij een nieuwsartikel of studieboek).
    • Mening vormen – Kritisch lezen om een eigen standpunt te ontwikkelen (zoals bij een opiniestuk of recensie).
    • Ontspannen – Lezen voor plezier, zonder intensief te analyseren (zoals bij een roman of stripboek).
    • Handeling uitvoeren – Lezen om een instructie te begrijpen en toe te passen (zoals bij een recept of handleiding).

    2. Leggen en afleiden van verbanden

    Een tekst bevat verschillende taal-denkrelaties die helpen om verbanden tussen zinnen en alinea’s te begrijpen.

    Belangrijke taal-denkrelaties:

    • Antwoord-vraagstructuren – Een tekst kan een vraag stellen en later een antwoord geven.
    • Chronologische volgorde – De gebeurtenissen of stappen worden in tijdsvolgorde weergegeven.
    • Voorbeelden – Een begrip wordt uitgelegd aan de hand van een concreet voorbeeld.
    • Vergelijkingen – Twee of meer zaken worden met elkaar vergeleken om verschillen of overeenkomsten te laten zien.
    • Middel-doelrelaties – De tekst beschrijft hoe een doel kan worden bereikt met een bepaalde methode.
    • Voorwaardelijke structuren – Een tekst beschrijft onder welke voorwaarden iets kan gebeuren.

    Door deze structuren te herkennen, wordt de samenhang van een tekst duidelijker.


    3. Informatie voorspellen

    Lezers maken voortdurend voorspellingen over wat er in de tekst zal staan. Dit helpt om sneller te begrijpen en om aandacht te besteden aan relevante informatie.

    Voorbeeld: Wanneer je een artikel leest met de titel “Hoe technologie ons leven verandert”, kun je voorspellen dat het gaat over innovaties en hun invloed op het dagelijks leven.


    4. Voorstelling maken

    Bij deze strategie gebruikt een lezer zijn voorstellingsvermogen om een mentaal beeld te vormen van wat er in de tekst wordt beschreven. Dit helpt bij het beter onthouden en begrijpen van de inhoud.

    Voorbeeld: Bij het lezen van een verhaal over een winterse bergbeklimming stelt de lezer zich voor hoe koud en uitdagend de tocht moet zijn.


    5. Structuur opsporen

    Elke tekst heeft een bepaalde opbouw, die de lezer kan helpen bij het begrijpen van de inhoud. Door de structuur te herkennen, kan een tekst overzichtelijker worden.

    Voorbeeld: Een recept heeft een vaste structuur: ingrediëntenlijst, bereidingswijze en serveertips.


    6. Tekstsoort herkennen

    Teksten kunnen in verschillende categorieën worden ingedeeld, afhankelijk van hun doel en inhoud.

    • Verhalende teksten – Vertellen een verhaal, zoals sprookjes en romans.
    • Informatieve teksten – Geven objectieve informatie, zoals krantenartikelen of encyclopedieën.
    • Directieve teksten – Geven instructies of stappenplannen, zoals handleidingen of verkeersborden.
    • Beschouwende teksten – Geven verschillende standpunten over een onderwerp, zoals opiniestukken.
    • Argumentatieve teksten – Proberen de lezer te overtuigen met argumenten, zoals betogen of politieke speeches.

    Door te weten welk soort tekst wordt gelezen, kan de informatie effectiever verwerkt worden.


    7. Thema of hoofdgedachte vinden

    Om de kern van een tekst te begrijpen, wordt er gekeken naar het thema en de hoofdgedachte op drie niveaus:

    1. Zinsniveau – Wat zijn de kernwoorden in een zin?
    2. Alineaniveau – Wat is de belangrijkste zin in een alinea?
    3. Tekstniveau – Wat is het algemene onderwerp van de hele tekst?

    Het vinden van de hoofdgedachte helpt de lezer om de tekst beter te onthouden en de belangrijkste boodschap eruit te halen.


    8. Zelf vragen stellen en beantwoorden

    Actieve lezers stellen zichzelf tijdens het lezen vragen om beter grip te krijgen op de inhoud. Dit helpt bij het kritisch verwerken van informatie.

    Voorbeeld: “Wat betekent dit woord?”, “Wat probeert de schrijver hier te zeggen?”, “Hoe past deze informatie bij wat ik al weet?”.


    9. Eigen leesgedrag plannen, sturen, bewaken en corrigeren

    Een effectieve lezer past zijn leesstrategie aan op de tekst en het doel van het lezen. Dit betekent dat hij zichzelf controleert en bijstuurt waar nodig.

    Voorbeeld: Als een moeilijke tekst niet direct begrepen wordt, kan de lezer besluiten om langzamer te lezen of een zin opnieuw te lezen.


    10. Teksten op hun waarde beoordelen

    Lezers kunnen kritisch nadenken over de betrouwbaarheid en waarde van een tekst. Hierbij wordt gekeken naar de bron, de argumenten en de mogelijke vooroordelen van de schrijver.

    Voorbeeld: Een artikel geschreven door een wetenschapper heeft vaak meer betrouwbaarheid dan een social media-post zonder onderbouwing.


    11. Reflecteren op eigen leesactiviteiten en hun resultaten

    Een goede lezer kijkt na het lezen terug op zijn leesstrategie en beoordeelt of deze effectief was. Dit wordt ook wel zelfreflectie genoemd.

    • Zelfreflectiestrategie – De methode waarmee een lezer controleert of hij de tekst goed heeft begrepen en of het leesdoel is bereikt.

    Voorbeeld: Na het lezen van een instructie vraagt de lezer zichzelf af: “Heb ik alle stappen goed onthouden en kan ik ze uitvoeren?”.


    Samenvatting

    Begrijpend lezen is een actief proces waarbij lezers verschillende strategieën gebruiken om een tekst te begrijpen. Het begint met het bepalen van het leesdoel en het herkennen van structuren en verbanden in de tekst. Door informatie te voorspellen, zich een voorstelling te maken en de structuur van een tekst te herkennen, wordt de inhoud duidelijker. Daarnaast helpen strategieën zoals het vinden van de hoofdgedachte, het stellen van vragen en het kritisch beoordelen van teksten om effectief met informatie om te gaan.

    Door deze leesstrategieën bewust toe te passen, kunnen lezers teksten beter begrijpen, onthouden en kritisch analyseren. Dit is essentieel voor studievaardigheden, informatieverwerking en het vormen van een eigen mening.