Cursus inhoud
    Over les

    📝 Inleiding

    In deze les gaan we het hebben over hoe je een taal leert. 👶🗣️ Je bent niet geboren met de kennis van woorden en zinnen, maar je leert dit stukje bij beetje. Dit proces noemen we taalverwerving.

    👂 Hoe leer je praten?

    • Als baby begin je met huilen.
    • Later ga je klanken maken en brabbelen.
    • Dan leer je woorden zoals “mama” of “bal”.
    • Uiteindelijk kun je hele zinnen maken!

    Maar hoe gebeurt dit precies? In deze les leer je hoe taalverwerving werkt, de verschillende fasen van taalontwikkeling en wat het verschil is tussen een moedertaal en een tweede taal.


    1️⃣ Wat is Taalverwerving?

    Taalverwerving betekent het leren van een taal. Iedereen begint als baby zonder taal, maar door te luisteren, oefenen en herhalen leer je woorden en zinnen.

    💡 Voorbeeld:
    Een baby hoort vaak het woord “mama” en gaat dit uiteindelijk zelf zeggen. Dit is een onderdeel van taalverwerving.

    Er zijn verschillende niveaus van taalverwerving, die we hieronder uitleggen.


    2️⃣ De verschillende niveaus van taalontwikkeling

    Taal is niet alleen woorden zeggen, er zitten verschillende lagen in. Hier zijn de zes belangrijkste niveaus met makkelijke voorbeelden:

    🔤 Niveau🎯 Wat betekent het?📌 Voorbeeld
    FonologischHoe je woorden uitspreektEen kind zegt “wawa” in plaats van “water”.
    MorfologischHoe woorden zijn opgebouwd“Loopte” in plaats van “liep”, omdat het kind de regels van werkwoorden nog niet kent.
    SyntactischHoe woorden in een zin staan“Ik koekje wil” in plaats van “Ik wil een koekje”.
    SemantischWat woorden betekenenEen kind noemt alle dieren “hond” omdat het nog niet alle dierennamen kent.
    PragmatischHoe je taal in een situatie gebruiktEen kind zegt “Geef!” in plaats van “Mag ik dat hebben?”.
    OrthografischHoe je woorden speltEen kind schrijft “hont” in plaats van “hond”.

    📝 Tip: Kinderen leren taal niet in één keer perfect, maar stap voor stap!


    3️⃣ Hoe leren kinderen taal? (Taalverwervingstheorieën)

    Er zijn drie theorieën over hoe kinderen taal leren. Sommige mensen denken dat kinderen geboren worden met taalvermogen, terwijl anderen denken dat je taal alleen door interactie leert.

    📌 1. Creatieve constructietheorie → Kinderen hebben een taalgevoel in hun hoofd

    • Kinderen hebben een aangeboren taalvermogen en kunnen zelf regels bedenken.
    • Ze maken zinnen zonder ze letterlijk te kopiëren van volwassenen.
    • Voorbeeld: Een kind zegt “ik loopte” in plaats van “ik liep”, omdat het zelf de regel van werkwoorden probeert toe te passen.

    📌 2. Interactionele benadering → Je leert taal door te praten met anderen

    • Taal leer je door veel te praten met mensen om je heen.
    • Ouders en leerkrachten helpen door op een makkelijke manier te praten.
    • Voorbeeld: Een ouder zegt: “Wil jij een koekje?” en het kind leert dit te herhalen.

    📌 3. Behaviorisme → Kinderen leren taal door anderen na te doen

    • Kinderen leren taal door woorden en zinnen na te zeggen.
    • Ze horen een woord vaak en kopiëren het.
    • Voorbeeld: Een baby hoort vaak “dada” en zegt op een dag zelf “dada”.

    📝 Tip: In werkelijkheid leren kinderen taal op een combinatie van deze drie manieren!


    4️⃣ Hoe ontwikkelt een kind zijn eerste taal?

    De ontwikkeling van een taal verloopt in verschillende fasen. Laten we kijken hoe dit proces verloopt!

    🍼 1. Prelinguale fase (0-1 jaar) – Geluiden maken

    • Baby’s beginnen met huilen en maken later klanken zoals “aaah” en “ooh”.
    • Ze ontdekken hun stem en oefenen geluiden.
    • Voorbeeld: Een baby brabbelt “dadada” zonder dat het echt een woord is.

    👶 2. Vroeglinguale fase (1-2 jaar) – Woorden zeggen

    • Een kind gebruikt losse woorden met betekenis.
    • Voorbeeld: Het kind zegt “bal” als het een bal wil hebben.

    🧒 3. Differentiatiefase (2,5-5 jaar) – Meer woorden en grammatica

    • Kinderen beginnen langere zinnen te maken.
    • Ze leren regels, maar maken soms fouten.
    • Voorbeeld: Een kind zegt “Ik loopte naar huis” in plaats van “Ik liep naar huis”.

    👦 4. Voltooiingsfase (5 jaar en ouder) – Volledige taalbeheersing

    • Kinderen kunnen goed praten en langere gesprekken voeren.
    • Voorbeeld: “Ik ben gisteren naar de speeltuin geweest en heb op de schommel gezeten!”

    5️⃣ Wat als je een tweede taal leert?

    📌 1. Simultane tweetaligheid (twee talen tegelijk leren)

    • Dit gebeurt als een kind vanaf de geboorte twee talen hoort.
    • Voorbeeld: Een kind heeft een Nederlandse vader en een Spaanse moeder en leert beide talen tegelijk.

    📌 2. Successieve tweetaligheid (eerst één taal, later een tweede taal leren)

    • Dit gebeurt als een kind eerst de moedertaal leert en later een andere taal op school.
    • Voorbeeld: Een kind spreekt thuis Turks en leert op school Nederlands.

    6️⃣ Interferentiefout (Fouten door verschil in talen)

    Soms maakt iemand fouten omdat de regels in de eerste taal anders zijn dan in de tweede taal. Dit heet een interferentiefout.

    💡 Voorbeeld:
    Een Engelstalig kind dat Nederlands leert, kan zeggen:

    • “Ik heb een appel eet.” in plaats van “Ik heb een appel gegeten.” (Fout omdat Engels geen aparte voltooid verleden tijd heeft).

    7️⃣ Samenvatting: Wat hebben we geleerd?

    • 🗣️ Taalverwerving = het leren van een taal.
    • 👶 Kinderen leren taal in fasen, van brabbelen tot volwaardige zinnen.
    • 📖 Drie theorieën over taalverwerving → Ingebouwd talent, interactie en imitatie.
    • 🗣️ Twee manieren om een tweede taal te leren → Tegelijk of later.
    • 🚨 Interferentiefouten ontstaan als iemand een tweede taal leert en de regels door elkaar haalt.
    0% Afgerond